Beeldende Vorming Les 2.

Beeldende Vorming Les 2.

Werkprocessen.
Centrale doelen:
- Je kunt aangeven wat de (materiaal)technische en een beeldende doelen van de opdracht zijn.
- Je kunt een werkstuk maken van kosteloos materiaal door middel van het werkproces experimenteren
- Je kunt tenminste 3 verschillende assemblagetechnieken onderscheiden en toepassen in het werkstuk.
- Je kunt een storyboard ontwerpen voor een korte stop-motion animatiefilm (zie volgende bijeenkomst)

Receptief: 1 werkvorm in groepsverband
- studenten doen een quiz over de 3 werkprocessen die kunnen worden gehanteerd bij BV
Leeractiviteiten: relateren van verschillende onderdelen aan elkaar in het lesfasenmodel

Productief: 1 werkvorm in tweetallen
- studenten creëren een oplossing voor een beeldend probleem d.m.v. een eigen werkstuk
- Studenten experimenteren met verschillende assemblagetechnieken
- Studenten ontwerpen een korte verhaallijn in een storyboard met tekst en beeld
Leeractiviteit: concentreren op verschillende doelen in de beeldende probleemstelling

Reflectief: 1 werkvorm in groepsverband
- Studenten toetsen elkaar werkstukken op vorm, inhoud en techniek via een toetsmatrijs
Leeractiviteit: reflecteren op eigen werkstuk in groepsverband

De opdracht van deze les was:
- Assembleer van klein kosteloos materiaal een griezelig 'racemonster' op basis van een snel voertuig
- Experimenteer met vorm, kleur en textuur op basis van de eigenschappen van het materiaal (vermijd groen)
- Pas tenminste 3 soorten assemblage technieken toe (buiten gebruik van lijm, plakband of nietmachine)
- Zorg voor losse onderdelen die bijdragen aan beweging of voeg onderdelen toe die vervormen 'door de snelheid'.

 

Voor deze opdracht moesten wij kosteloos materiaal meenemen. Bijna iedereen had wel wat meegenomen. Van dit kosteloos materiaal moesten we een racemonster maken. Maar niet zomaar een racemonster, er moesten bepaalde eisen aan zitten (zoals de assemblagetechnieken). Zo moest het er snel uitzien, en moesten er bewegende onderdelen aan zitten. Ook moest er gebruik worden gemaakt van verschillende manieren om iets vast te maken. Er werden tweetallen gevormd en samen ging iedereen aan de slag. De een had gelijk al een goed idee en begon al snel met knippen en zagen. En de ander zat eerst te kijken wat anderen deden. Zoals Kelly en ik. In het begin wisten we niet wat we gingen doen totdat we begonnen. We pakten eerst de keukenrol en gingen dat bestuderen wat we daarmee konden. We maakten hier het lichaam van. Daarna pakten we kurken en maakten dat als tanden, ogen en stekels voor op zijn rug. Dit maakte we vast met lijm. Daarna pakten we stukken ballon en maakten daar zijn schubben van. Dit maakte we vast met een punaise (1 van de assemblagetechnieken) daarna deden we ook punaises als zijn tanden. Zijn poten maakten we vast met ijzerdraad (2e assemblagetechniek) en dit was ook een bewegende onderdeel! Ons 3e assemblage techniek was hoe we de ijzeren draden aan elkaar vast moesten maken. Dit deden we met knoopje met 2 pinnen eraan. En dit was ons eindresultaat:

 

Dus onze 3 assemblagetechnieken waren:
- Punaises
- IJzerdraad
- 4 dingen die je kan vastmaken als iets moet draaien

Losse onderdelen:
- Zijn achterkant
- Zijn wielen
- Hij kan echt rijden

Technisch doel:
- Maak een racemonster die kan bewegen

Beeldend doel:
- experimenteer met vorm, kleur en textuur van de eigenschappen van het materiaal.

De eindbeoordeling:
3D 1 geheel: 2
Dynamisch: 1
Losse beweegbare onderdelen: 2
Monsterlijk uiterlijk: 2
3 assemblage technieken: 1
En ons eindcijfer hierbij was een 8!!