Beeldende Vorming Les 4.
Beeldcultuur #1.
Centrale doelen:
- Je kunt 3 perioden in de beeldcultuur (klassiek, modernistisch en postmodern) beschrijven.
- Je kunt de inhoud en kenmerken van het modernisme toepassen in een eigen werkstuk.
- Je kunt een beeld beschouwen volgens de richtlijnen voor de klassieke periode uit de beeldcultuur.
Receptief: 2 werkvormen in groepsverband
- Studenten doen een quiz over 3 perioden in de beeldcultuur; klassiek, modern en postmodern
- Studenten doen een werkvorm waarbij beelden worden ingedeeld in 3 perioden
Leeractiviteit: Memoriseren van theorie en toepassen op beelden
Productief: 2 werkvormen in viertallen en tweetallen
- Studenten maken elk op basis van een stroming uit het modernisme een beeldende opdracht
- Studenten maken in tweetallen een beschouwing van een klassiek beeld, waarbij de symboliek en betekenis wordt onderzocht ter voorbereiding op een beeldende opdracht (beeldcultuur #2)
Leeractiviteit: concretiseren van theorie in praktisch werkstuk
Reflectief: 1 werkvorm in groepsverband
- Studenten bespreken in groepen de beschouwingen en maken een beschrijving of ontwerp voor een postmoderne variant op basis van de oorspronkelijke inhoud van het klassieke beeld.
Leeractiviteit: waarderen van praktisch werkstuk
De opdracht van deze les was:
Theorie-opdracht, classic podcast.
- Kies een beeld uit de klassieke periode van de westerse beeldcultuur, waarin symboliek een grote rol speelt.
- Onderzoek de titel (vertaling) van het beeld, de maker (oeuvre) en het jaartal waarin het is gemaakt (context)
- Markeer de belangrijkste aandachtspunten in beeld
- Interpreteer de betekenis van het beeld tot in detail op basis van de personages, symbolen en achtergrond.
- Bespreek de vormgeving en inhoud in een podcast.
Klassiek:
Natuurgetrouwheid, ruimtelijkheid, nadruk op rustige poses, plooien in kleding die het lichaam en de beweging benadrukken in plaats van het decoratieve effect zijn de belangrijkste verschillen met de voorgaande periode. Waar in de Archaïsche kunst een figuur frontaal of in zijaanzicht werd weergegeven, kent de Klassieke kunst deze beperkingen niet. Daardoor worden de figuren levensechter uitgebeeld. In deze periode zien wij ook meer suggestie van ruimte in een plat vlak: door figuren op verschillende hoogtes te plaatsen en met het verkort weergeven van lichaamsdelen.
Modernistisch:
Moderne kunst is de term die algemeen gebruikt wordt voor de avant-gardistische artistieke uitingen vanaf het begin van de 20e eeuw tot ongeveer de jaren 60. Belangrijke stromingen in de Moderne rijd waren kubisme, futurisme, dadaïsme en surrealisme. Modernisme uitte zich zowel in de schilderkunst als beeldhouwkunst. Een algemeen kenmerk van de moderne kunst is de drang om te experimenteren en het scheppen van een grotere afstand tussen het kunstwerk en de zichtbare werkelijkheid.
Postmodernisme:
Postmoderne kunst kenmerkt zich door de veelal ironische combinatie van elementen van verschillende stijlpe
rioden of stromingen die voorheen onverenigbaar leken te zijn.
Bij deze les moesten we een afbeelding zoeken uit 1 van de 3 perioden. We deden eerst een quiz over de 3 perioden in de beeldcultuur die ik hierboven heb uitgelegd. Daarna werden we in 3 groepen ingedeeld en elk groepje kreeg zijn eigen periode. Daarna werden er plaatjes op een tafel neergelegd en elke periode moest kijken welk plaatje bij hem hoorde. Na dit gedaan te hebben moesten we in tweetallen (wij hadden een drietal) een podcast maken. We zochten een schilderij uit, en dat werd dit schilderij:
Het schilderij van Rembrandt van Rijn, en dan een zelfportret. Rembrandt van Rijn leefde van 1606-1669. En schilderde in de Leidse periode.
Maar je moest dit schilderij exporteren naar een app op de IPad. Via die app kon je dan een video opnemen (praten en dingen in het beeld doen). Je moest informatie vertellen over het schilderij, licht en donker contrast. Dus wat je zag en het symboliek.
Ik deed deze opdracht zoals ik net al zei met zijn drieën. Dit was met Lindy, Marlon en ik. Ik ging praten in de microfoon en Lindy en Marlon deden dingen op het beeld aangeven. De samenwerking ging goed. Dit is wat ik vertelt heb op de podcast:
Rembrandt schilderde Zelfportret als de apostel Paulus toen hij 55 jaar oud was. Het is niet zomaar een zelfportret: het zwaard en het manuscript laten zien dat Rembrandt zich hier als de apostel Paulus heeft willen afbeelden. Rembrandt maakte zelfportretten om gezichtsuitdrukkingen te bestuderen of licht-donkercontrasten uit te proberen. Soms gebruikte hij zichzelf als 'model' om iemand anders uit te beelden, zoals bij dit schilderij het geval is.
Hierna deed ik een interview met Lindy (die Rembrand speelde) ik vroeg aan haar:
Waarom heeft u dit schilderij gemaakt?
Hoe bent u op de kleuren combinatie gekomen?
https://youtu.be/j6WW2V4D9mo
Geen opmerkingen:
Een reactie posten